17. jul, 2012

De belachelijkheid der dingen

Er ligt nog steeds geen sneeuw maar ik heb al wel een kerstboom gekocht. Dat was gisteren, samen met zoon C van 10. Zoon wilde persé naar het frisse, groene warenhuis alwaar ik mij plotseling (geheel naïef van mijn kant uiteraard) in een tótaal andere wereld bevond.

De wereld waarin een kerstboom gewoon € 60,- kost. Of veertig of zevenendertig en een half. Dan heb je wel een Nordman anti-naald-uitval van 2 meter. Mijn gezicht deed ook raar: ik moest er vreselijk om lachen en tegelijkertijd viel mijn onderkaak een halve meter naar beneden.
Soms is de belachelijkheid van dingen te leuk om te lachen.

Ondertussen herinner ik mij een dagje werken met een stel op uitvallen staande leerlingen van 14 en 15 jaar.
Op de school bevinden zich kinderen waarbij vormen van autisme zijn geconstateerd en die het moeilijk vinden om de wereld om hen heen, zoals wij die hebben vormgegeven, te kunnen begrijpen en te bevatten. En daardoor stelselmatig, bij alles wat ze doen, de plank totaal mis slaan. Ze komen alles behalve tot hun recht  binnen het systeem van onderwijs waar ze zich op dat moment in bevinden en de school kan hen niet bieden wat ze nodig hebben.
Het kan verkeren.
Je zou toch eigenlijk willen dat die kinderen in een voor hen gepaste leeromgeving mogen worden geplaatst waar er rekening wordt gehouden met hun leer- en ontwikkelstijlen zodat ze zich in alle opzichten kunnen ontplooien, leren en mogen groeien, succes kunnen ervaren en erachter kunnen komen waar hun talenten liggen. Goh, zou dat trouwens niet voor élk kind moeten gelden? Sommigen van hen zijn alles behalve dom en het is triest om te zien hoe ze steeds meer afglijden; in alle opzichten.
De decaan vertelde mij dat er erg veel ouders zijn die zich sowieso al rot schamen dat hun kind op het vmbo zit en al hélemaal niet wíllen/kunnen toegeven dat er misschien een ietsiepietsie specifieke gebruiksaanwijzing aan hun kind hangt; zoals aan elk kind. Stel je voor zeg! Stel je voor dat je een gat in je hoofd hebt maar toch gewoon door moet blijven lopen! Stel je voor dat je geen benen hebt maar jou geweigerd wordt om je in een rolstoel te laten zitten of protheses aan te kunnen schaffen.
Lekker voortbewegen heet dat.
Dus laten pa en ma hun kroost gewoon lekker voortbewegen in een steeds grotere poel van frustratie, verdriet, teleurstelling en ergernis. En dus net doen alsof we niet zien dat iemand blind is, doof is, of een gat in zijn hoofd heeft. Het is als het verwachten en eisen van je driejarige peuter dat hij auto rijdt en boodschappen gaat doen en hem daarna nog de schuld geeft als dat niet lukt. Want labelen, dat vinden we maar eng en is een vies woord.
Soms is de belachelijkheid van de dingen gewoon te groot om nog te kunnen huilen.

En er wordt nog veel meer uit de context gerukt, deze maand.
Sint heeft afgedaan. Sint blijkt, onder zijn rood fluwelen mantel en kindvriendelijke glimlach, namelijk een eersteklas slavendrijver en patriarch uit de 17e eeuw ofzo te zijn.
Dat komt door Zwarte Piet. Zwarte Piet komt uit Afrika en is geheel onvrijwillig door Sint ingelijfd om al die cadeautjes maar te moeten dragen. Die wortel blijkt niet voor het paard te zijn, maar voor de afgebeulde, hongerige en afhankelijke zwarte piet. Anno 2011 vinden sommigen dat dit niet meer kan. Het is een belediging voor alle getinte medemensen, het gaat om verworven vrijheden, bestreden rechten en opoffering voor het stemrecht, de CAO en de vakbond en zo nog wat van die termen.
Kuifje werd ook aangeklaagd. Ten eerste bestaat Congo zoals het toen was niet meer en ten tweede werden de grappen in "Kuifje in Congo" niet op prijs gesteld; dat ging ten koste van de inwoners van de hedendaagse Congolese democratie. Het hele stripverhaal bleek een wat al te realistisch beeld
van de toenmalige paternalistisch-racistisch gekleurde westerse houding tegenover het 'primitieve' Afrika weer te geven. In 1931! Misschien komt Zwarte Piet ook wel gewoon uit Congo...
Kuifje voor de rechtbank en de Sint in het gevang. What's next; Barbie moet direct uit haar functie ontzet worden; zij zet jonge meisjes aan tot anorexia en het onverantwoord vermetselen van borsten en neus.
Ze is niet meer dan de vleesgeworden plastificatie van de dodelijke mythe dat we als vrouw slank, langbenig en langharig moeten zijn en Ken als heer en meester naast ons moeten dulden. Ik vind Barbie ook erg kapitalistisch. Je ziet haar nooit met vuile handen bij de voedselbank of de hongerige pietjes in Afrika bezoeken. Ze ligt immer met haar stralende glimlach in sexy bikini te wachten op de zoveelste cocktail, samen met haar vriendinnen.
Soms is de belachelijkheid van de dingen te waar om nog in te kunnen geloven.

December 2011, rare maand. De PVV had ook weer eens iets te melden.
Respect moet terug in de klas. De meester moet weer met "meneer" worden aangesproken en grote monden en schelden zou gewoon niet getolereerd moeten worden. Wij radioluisteraars hoorden betreffende verslaggever verwoede pogingen doen om zijn schaterende lach te vermommen onder een snuifend kuchje en waarschijnlijk proberen te verbergen achter zijn enorme microfoon. Hij vroeg aan betrokken PVV'er of dat niet een beetje meten met twee maten was; zoals ze toch regelmatig tekeer gaan in de Tweede Kamer en of 'bedrijfspoedel' en 'doe-eens-normaal-man' niet ook ergens toch wel een beetje respectloos is? En (woest ingehouden gierende lach drong nu duidelijk door) hoe zat dat met 'rolmodel' en 'respect moet je verdienen'?
De PVV 'er zei, erg serieus; "Dat heeft er niets mee te maken. De Tweede Kamer is geen leslokaal en iedereen ziet heus het verschil wel. Bovendien gaat het om 'selectieve verontwaardiging' en dan wordt dat..."
"..gedóógd!" riep de verslaggever enthousiast, als had hij de jackpot gewonnen.
Soms is de belachelijkheid van de dingen te kort door de bocht om nog te kunnen overzien.

Ik tuig mijn kerstboom op, leg mijn kinderen eronder en lees ze voor uit Kuifje waarna we met ons allen, geheel in kerstspirit 2011 aan de Coca Cola lurken. Dat we daarmee de kinderarbeid in Brazilië sponsoren, interesseert ons niks. De kerstman met bril in de reclame ziet er veel te gezellig uit; dat moet haast wel goed zijn. Ook hij heeft een witte baard en een innemende glimlach. Mogelijk schuilt daarachter een megastal waarin hij op onverantwoorde wijze rendieren fokt en de dwergen tot slavenarbeid dwingt. Binnenkort ligt hij er ook uit, let maar op.
 


                                    Posted 9th December 2011 by K. Rehorst
17. jul, 2012

De vreselijke verlangens van december

Het is weer december. En dus schoot de eerste stress er al in toen mijn 10 jarige druif vorige week ofzo ontdekte dat hij bijna geen Sinterklaasliedjes meer kende. Even daarvoor deelde hij nog stoer mee dat hij "alleen maar zijn schoen zou zetten vanwege zijn kleine zusje". Eenmaal postgevat voor de achterdeur -bij gebrek aan schoorsteen- sloeg de angst hem om het hart en het geloof weer stevig toe: hij zou vast niets krijgen als hij geen liedjes kende!

Ik kreeg de wind van voren want: ik ben onze Sinterklaas-cd kwijt geraakt.
daar begon het al. Schreeuwend brulden wij "stille maan en volle nacht" de achtertuin in. Een beetje daas door de druk van december, het vullen van de schoen en de kwijtgeraakte cd waarachter ik de-nog-te-kopen-kerstboom al zag schemeren...En wáár heb ik die kerstballen nou toch...?

De dagen denderen voorbij. Regelmatig word ik bestookt met vermanende mails en verontruste telefoontjes; "Waar blijft je lijstje? Lijstje van de kinderen? Komen ze hier de schoen nog zetten? Heb je Sinterklaas al geregeld?.Hoe laat komen de pepernoten?" Rugtassen puilen uit van prangende notificaties: Sint op school, surprise voor de juf, zwarte Pieten op het kinderdagverblijf en of we wel vóór 15.00 aanwezig willen zijn want de Pieten moeten hartstochtelijk ingezongen worden.
"Ik dacht dat jij niet meer geloofde?" piepte ik hoopvol richting mijn zoon toen hij aangaf toch wel graag even naar de intocht te willen kijken. Ik kreeg een zeer verontwaardigde blik. Hoe ik durfde te wagen zoiets te zeggen! Ketters, was het. Of ik wel subiet dat kookgerei neer wilde leggen en met hem naar de kade zou sjouwen om over duizenden blije kinderhoofdjes heen de top van de mijter van Sint toe te lachen.

Maar ja, hè...ze vinden het zo leuk, Sint. Het is zo folkloristisch en typisch Nederlands en kneuterig en ook de kinderen worden er blij van. Dus ik moet niet zeuren en gewoon meegaan in het hele gebeuren.

Hoofdpijn krijg ik van die Sint. Want naast alle planning en afstemming van wie waar hoe laat moet zijn en welke afspraken er verschoven dienen te worden om die Piet toe te kunnen zingen en over welk kind dit ook weer ging, moesten er nog steeds lijsten worden gemaakt. Verlánglijsten.
Mijn zoon wil maar 4 dingen. Een laptop, een I-pad, een I-phone en een Nintendo 3DS. Echt een kind van deze tijd. Mijn dochter wil ook van alles maar dat heeft meer met haar leeftijd te maken dan met iets wat Sint haar kan geven. Dus wordt er een speelgoedwinkelboek aan flarden geknipt en krijgen we het speelgoedwinkelboek als verlanglijst. Nou ja, Sint dan. Daar sta je dan, met 100 wensen en 350 verlangens die niet eens in je huis passen ook al zou je ze kunnen kopen. Maar je wil toch ook graag een verantwoorde en Sintvriendelijke ouder zijn.
Dus zijn we twee avonden bezig geweest het verlangboek bij te schaven tot één bladzijde hoopvolle wensjes. En uiteindelijk komen we op een heel redelijk en vriendelijk, pedagogisch en financieel verantwoord lijstje uit.

Was ik alleen vergeten dat wij  ons in de bijzondere positie bevinden dat wij Sint altijd twee of drie keer mogen vieren; patchwork-family als wij zijn. Dus elke Sint (een stuk of 3 en Sint wil je natuurlijk niet beledigen door hem af te schepen met de 'restcadeaus' zoals: doe-maar-een-dekbedovertrek-of-een-pakje-batterijen want het is belangrijk dat je er met sommige Sinten een goede verstandhouding op nahoudt) krijgt twee cadeautjes toebedeeld en toen was het lijstje op. Waarna de verantwoorde Sintvriendelijke ouders erachter kwamen dat er niets meer te kopen viel voor hun dierbare kroost....

En daar doe je dan zo je best voor; als Sintbewuste, decembervriendelijke liefhebbende ouder.

Maar goed. Gelukkig hebben we internet en vliegt de inspiratie je zó tegemoet, of je het nu nodig hebt of niet, je komt altijd wel weer op een ideetje of tien. De lijstjes zijn klaar, doorgemaild en de hele boel is digitaal ingeslagen. Wij zijn klaar.

Nu alleen nog een surprise maken, pepernoten bakken, Sinterklaasbaard plakken, cd zoeken, aanwezigheid opgeven voor de Pietenmiddag, agenda's bijwerken, cadeaupapier kopen, bestellingen bijhouden en vervoer regelen voor grote C op de dag dat ik bij kleine C in de zak van Piet zit (voor een pepernoot, hè!) en grote C het Sinterklaas spel op zijn clubmiddag gaat spelen. Oh, en de persoonlijkheidsprofielen van alle kinderen uit de familie door smssen naar 'onze' Sinterklaas, erwtensoep koken en boerenkool in de papier maché zetten. Die twaalf gedichten doe ik wel onderweg, als ik toch in de file sta.

En dan is het straks zaterdag en krijg ik een boek en nieuwe sloffen. Eet ik een reepje marsepein en laat ik het heerlijke avondje soepel en klaterend over mij heen komen. Is Sinterklaas uitermate Sinterklaas en niemand zet de Pieten uit omdat ze illegaal zijn en al onze kinderen zijn blij. Kan ik vast rustig gaan nadenken over wanneer we de kerstboom zullen kopen en welke kleur ballen dit jaar en of kaarsen nu wel of niet handig zijn, met kleine C....
En niemand wordt ziek van de pepernoten en iedereen is blij met de cadeautjes en we lachen en we zingen en werken nog een boterletter naar binnen en volgend jaar....
Doen we het gewoon weer!
 

                                 Posted 23rd November 2011 by K. Rehorst
16. jul, 2012

...oh, het gaat heel druk met mij.

Het was even heel druk. En dus kwam het er niet van. Blogje schrijven.
Druk is altijd een raar woord, overigens. Je komt op een feestje en je vraagt aan persoon X: "Hoe gaat het?" Persoon X tuurt in haar wijnglas alsof daar een vies beestje in zou kunnen zitten en zegt: "Druk." Het gaat dus druk. Niet goed of gemiddeld met ups en downs maar 'druk'. 

Sommige mensen zijn erg goed in druk dóen. Dat is iets anders dan druk zijn of druk hebben. Druk doen is met een stapel wapperende papieren door de gang heen rennen, koffie uit je beker in de rondte gooiend en ondertussen je e-mail checken op je mobiele internet device dingetje (ipad, ophone whatever) en tevens een collega van twee kamers verderop antwoord geven op een vraag. 
Druk doen is hardop en obstinaat zuchten in de rij voor de lunch en zeer demonstratief 100 x op je horloge kijken: "Ja, hallo...ik heb het druk, schiet eens op met dat broodje gezond". Of van die toeterende, duwende, met de lichten seinende bumperklevers die er nu-nu-nu voorbij moeten om even later vol in de ankers te gaan, achterop de file (die jij al lang zag aankomen).
Druk doeners zijn een beetje gevaarlijk. Ze veroorzaken ongelukken met hun spetterende koffie of bumperkleefgedrag of beginnen meteen te schreeuwen als jij het iets minder druk doet en gewoon met zorg je broodje smeert. 
Het lijkt bijna wel, als je het zo bekijkt, dat druk doeners eigenlijk graag aandacht willen. Alsof ze eigenlijk liever even op de bank willen gaan zitten en dat er iemand is die aan ze vraagt: "Hoe gaat het eigenlijk met je? Echt?" En dat die iemand dan naast ze komt zitten en de tijd neemt om even met ze praten. En een vraagje te stellen: "Waarom ren je zo? Hoe komt het dat je zo loopt te vliegen en te bumperkleven?" 

Dan heb je ook nog mensen die druk zijn. Druk zijn loopt vaak naadloos over in druk hebben. Toch is het niet hetzelfde. Op vrijdagochtend gaat de telefoon. Ik sta net met mijn hoofd in een emmer sop, de bedden zijn afgehaald, de was draait, de stofzuiger loeit en de bank wordt volledig ontsmet en de ramen ontvet. "Hoe issie? Heb je tijd voor een bakje?"  Ik zie een vliegenpoepje op een plek waar het niet hoort: "Joh, ik heb het hartstikke druk, sta net effe het kind af te zemen."  Dat is van dat opgeruimde 'op dit moment even niet' druk. Maar dat is na een ochtendje ouderwets poetsen ook weer voorbij. Je bent gewoon even druk met een aantal klusjes of een grote klus of iets wat je in een bepaalde tijd af wilt hebben en dan moet dat dus even eerst gebeuren. En meestal is dat ook het soort druk dat niet meteen als negatief wordt ervaren.

Nee, dan druk zijn."Ik ben druk. Pffff...." Je hoort het steelse zuchten al; oh-oh, er is iets aan de hand. Je durft het bijna niet te vragen maar doet het natuurlijk toch: een waterval aan druk komt naar buiten.
"Want ik moet werken en de kinderen moeten naar de judo en de zwemles en de hond uitlaten en we moeten om 18.00 echt aan tafel zitten want dat is goed voor de gezinscohesie en we moeten ook nog naar een verjaardag en ik zou meehelpen op school en mijn baas geeft mij een nieuwe opdracht en Jan moet naar de tandarts en we moeten ook nog even een weekendje met ons tweeën weg en we moeten verse groenten eten en op tijd naar bed en nog huiswerk maken en het nieuws zien en met onze vriendinnen bellen en de buurvrouw mantelzorgen en...en....".

Ik was even heel druk, de afgelopen twee maanden. Soms kan het zo gebeuren dat er 6 dingen tegelijk gebeuren en je kunt uiteindelijk maar op één plaats zijn. Toch vrees ik dat ik schoorvoetend mag toegeven dat ik mijn druk zijn enigszins, ietsiepietsie zelf veroorzaak.
Als ik te vaak "ik moet" zeg in een zin, is dat een teken dat ik druk aan het opbouwen ben. Dan vind ik, namelijk, dat ik te veel dingen móet doen en te weinig dingen mág doen. Het mooie hieraan is, dat ik zelf de maatstaf schijn te zijn voor wat ik mag en moet. Móet ik vliegenpoepje wegvegen? Móet ik naar die verjaardag? Móet ik zelf kind 1 100x naar de zwemles brengen of kan iemand anders dat misschien ook eens doen? 
Sommige dingen moeten omdat de consequentie van het níet doen nog veel vervelender is dan het 'moeten' doen. Andere dingen leggen we onszelf op. Gaan we dood als we het huis een keer niet stofgezogen hebben? Hoe realistisch is het om te verwachten dat we om 18.00 uur met ons allen aan tafel zitten als je dús maar een half uur hebt om 45 km te overbruggen in spitsuur tijd, kinderen moet ophalen, aardappels moet schillen en het stoofpotje anderhalf uur moet laten voorgaren? Hoe belangrijk is dat eigenlijk en wat heb je daar dan voor over? Midden in de nacht opstaan om vast het eten klaar te maken? Welke mogelijkheden heb je eigenlijk; kunnen we een kok en kindermeisje inhuren? Dichter bij huis gaan werken? Welke consequenties heeft dat dan weer?

Wat gebeurt er eigenlijk op het moment dat je druk ervaart? Heb je dan iets nagelaten of juist iets te veel gedaan? Gaat het over keuzes maken en prioriteiten stellen of over slim inrichten en sturen van je leven?  Ik ga daar eens even met een lekker bakje thee over nadenken op de bank. Met cake erbij. En mijn sloffen. En als iemand belt, laat ik lekker bellen. Ben even een half uurtje druk! 


                                Posted 20th October 2011 by K. Rehorst
16. jul, 2012

Vakantie? Vakantie!

En elke keer opnieuw vraag ik mijzelf af: wáárom kamperen? Wáárom altijd véél te veel bij me? Waarom 1000 of 1500 kilometer je hele hebben en houwen meesleuren en net zo lang bezig zijn met alles voorbereiden, inpakken, uitpakken, installeren, opruimen, inpakken, in auto proppen en thuis weer uitpakken, schoonmaken, opruimen en opbergen als dat je op vakantie bent?

Vlak voordat we vakantie kregen, besloten we om dan tóch maar weg te gaan. Vakantie thuis is meestal niets anders dan het voortzetten van alle dingen die je toch al deed en moet doen alleen dan in meer tijd. Over het algemeen raak ik minder uitgerust van een vakantie thuis dan eentje waarbij je écht even weg bent. Dat geldt voor ons allemaal. 'Ons' is dan: man en ik, meneer C en mevrouw B en ook nog een kat. Die heet Katja. Maar die gaat nooit mee op vakantie.

Wij vinden de reis die je maakt om ergens te komen al vakantie. Het liefst vertrekken wij zo vroeg mogelijk in de nacht. Als het nog pikkedonker is, uit slapend Nederland wegrijden en met sluimerend ochtend-grijs in een anderstalige ochtendspits door België en Noord Frankrijk rijden. Dan komen al die vreselijke fabriekssteden zoals Luik en Lille ook nog een beetje tot hun recht en kun je je al verheugen op het eerste, door wespen omgeven warm walmende pompstation met overstromende wc en kleverige picknicktafels.
Het vooruitzicht op de reis is opwindend en ruikt naar Belgische sta-plee's, Franse automatenkoffie en geplette broodjes gebakken ei. Op vakantie zijn dat de beste dingen. Onze zoon slaapt dus ook gewoon niet meer. Krampachtig houdt hij op de dag aan de vooravond van ons vertrek zijn plaats in de auto bezet. Hij roept af en toe iets uit het raampje: "Vergeet mijn zwembroek niet, denk aan de duikbril, mijn Geronimo boek deel nog iets" en, heel bezorgd: "Hebben jullie de tent nou al gevonden?"

De tent uit wand van de vliering geplukt, koelbox eigenhandig onder de schuur uitgegraven, en een opsporingsbevel uitgezet voor luchtbedden en kampeerstoeltjes, buuv gevraagd om voedsel in Katja te gooien en groene bak leeggekieperd. We kunnen bijna gaan.
Nog eventjes een paspoort regelen voor mevrouw B. Tussen routekaarten en kampeergids in beseften we dat mevrouw B, 1,5 jaar oud, nog nooit eerder in het buitenland is geweest... Gelukkig is de gemeente inmiddels ook digitaal dus via internet op de uiterste, laatste mogelijkheid een ID aangevraagd. Ze moest wel persoonlijk mee; aanvraag en ophalen, mevrouw B van 1,5. Daarvoor had ze een snelcursus stil-zitten-en-niet-bewegen-op-hoge-kruk gehad in verband met de foto voor op het ID. " En nu: alstublieft mevrouw. B. Deze kant opkijken, beide oren in het zicht, nee, nee, niet dat konijntje in uw mond stoppen, speen ook uit, graag....zo ja, heel goed en nu: NIET glimlachen!!" schreeuwde de fotograaf. Het schrikeffect bij mijn dochter had een maximaal effect. Ze kijkt alsof ze onverwacht is opgepakt wegens wapenbezit en drugshandel. Helemaal goed dus. ID was geregeld.

Ondertussen moest ik nog eieren bakken voor onderweg, de wc volgooien met chloor, alle tassen voor alle kinderen inpakken en bedenken welke kleren ik thuis zou laten en hoeveel rompers een peuter nou eigenlijk écht nodig heeft en of ik nu wel of niet die ene extra tas-die-zo-leuk-bij-dat-ene-jurkje-staat mee moest nemen. Maar als ik die tas...dan toch ook zeker die schoenen! Man kreeg zowat een hartverzakking toen ik tas nummer 7 buiten bij de auto zette. Het was een spannend moment in onze relatie. Dit ging te ver. De auto was vol. De koelbox moest óók nog mee. En de broodjes ei. En de kinderen. Die pasten niet in de skibox. Dat ging niet. Ik moest iets achterlaten. Koos uiteindelijk voor precies dat rokje dat ik nou net natuurlijk de hele vakantie aan had willen hebben...zal je altijd zien.
Het huis bleef in redelijk wanhopige, verstilde hysterische staat  achter; je kon zien dat de bewoners overhaast vertrokken waren. Het leek de Bermuda Driehoek wel, maar dan anders. Zo rende iedereen door het huis, wapperend met kampeerstok, vliegenmepper en opblaasboot en zo was het ineens...vakantie? vakantie!

Waarna we 2 weken lang door het prachtige landschap van Bretagne hebben gehuppeld, menhirs knuffelden en Keltisch leerden, dartel over met zonlicht bestrooid strand heen golfden en elke ochtend verse croissantjes aten.

Daarna begon de volksverhuizing in omgekeerde richting en achterstevoren weer opnieuw. De ochtend van ons vertrek kwam het natuurlijk met bakken uit de hemel. De kinderen waren toevallig deze ochtend al om 6.00 wakker en wilden persé in hun pyjama's buiten spelen en nog even op het strand zitten. Dus met één hand mevrouw B tegenhouden van hard wegdribbelen, de andere gebruikend om stokbrood voor meneer C met chocopasta te smeren, 1 voet voor het opvouwen van de tent en met het zeiknat geregende hoofd de tassen in de auto koppen. Het opvouwen van de tent lukte niet, het regende harder dan wij konden inpakken en ineens bleek dat we veel meer bij ons hadden dan toen we héén gingen. Hoe kon dat nou?
De Franse kazen stapelden zich op aan de voeten van de kinderen en de Madeleines en Bretonse taart plakten we ten einde raad maar onder ruitenwissers, als het maar mee ging, terug naar huis. Na drie uur konden we dan gaan.
Was de autosleutel eventjes tijdelijk ondergedoken op een voor ons volstrekt onbekende plaats ergens tussen kiloos (natte) bagage, schreeuwende kinderen, smeltende kazen en tot moes verworden Bretonse taart...Vakantie! Vakantie?

En elke keer opnieuw vraag ik mijzelf af: wáárom kamperen? Wáárom altijd véél te veel bij me? Waarom 1000 of 1500 kilometer je hele hebben en houwen meesleuren en net zo lang bezig zijn met alles voorbereiden, inpakken, uitpakken, installeren, opruimen, inpakken, in auto proppen en thuis weer uitpakken, schoonmaken, opruimen en opbergen als dat je op vakantie bent? Waar je in de regel toch al die dingen voortzet die je thuis anders ook moet doen. Want het leven gaat gewoon door, ook op vakantie. Alleen een beetje anders.
Gewoon wasje en afwasje doen; in een emmertje en met een waslijn en wind. En tentje vegen op je knieën als ware je ineens je eigen betovergrootmoeder uit 1800. En broodjes smeren met een plastic lepel en kinderen in het gareel houden met een scheerlijn in plaats van de tv en eten regelen en verzamelen en klaarmaken op 2 gasflesje in plaats van Bosch supercooker. 
Precies.
Anders.
Daarom.

Volgend jaar dus gewoon weer!



                                        Posted 10th August 2011 by K. Rehorst
16. jul, 2012

Pikachu traint de trainer...

Mahatma Gandhi, Martin Luther King, Walt Disney, Moeder Theresa, Majoor Boshardt, de Dalai Lama, Yogi Bear, mijn buurman van drie huizen verderop, Pokémon. Allemaal zijn ze voor vriendelijkheid en mededogen en tegen agressie en geweld en allemaal vinden ze dat je tegen het kwaad moet strijden vanuit begrip en met intelligentie en vooral door het goede voorbeeld te geven.

Ik sta bij de kassa en denk aan vriendelijkheid, geduld en mededogen. Of, in dit geval, aan mijn krijsende, brullende, schreeuwende en schoppende vooral erg boze peuter die iets wil wat niet mag of wat ik niet wil.
Ze gaat vreselijk tekeer. Dat hoort erbij. Dat weet iedereen. Maar de kassamevrouw heeft haar dag niet, of ze is moe of ze heeft pijn in haar grote teen of haar man is weg ofzo.
Ze trekt haar onderlip ver naar beneden (de kassamevrouw) en begint nors en hoekig vanonder haar neergetrokken wenkbrauwen commentaar te leveren op mijn mooiste dingetje.
Eigenlijk heeft ze commentaar op mij.
"Nou, nou" meesmuilend sarcastisch, "je ziet wel wie de baas is. Wat een herrie."
Woest scant ze een pak suiker van de meneer voor mij.
"Dat moet allemaal maar kunnen," zegt ze tegen de meneer die haar duistere blik wanhopig probeert te ontwijken door onverhoeds voorover in zijn winkelwagentje te duiken. Ik voel dat ik er alleen voor sta.
Ik en mijn snot in het rond sputterende blérende meisje.
"Nee kennen ze niet meer. Moet je zien...dat is toch niet normaal!"
Mijn prinses probeert zich uit haar wagentje te wurmen, loopt paars aan en grijpt met haar tenen naar de marsrepen aan de linkerkant en met haar handen naar de tictac's rechts. Ongelofelijk, het lukt haar nog ook. Wat een souplesse, wat een kracht! In mijn hoofd gaat Mart Smeets tekeer als ware zij de wereldcupfinale in het klein, 2 minuten voor het beslissende doelpunt. 

De meneer is klaar. Hij werpt een zenuwachtige glimlach in mijn richting en probeert iets van een reddingsboei uit te werpen: "Dat is een lastige leeftijd," zegt hij, "die twee van mij kon ik nergens meer mee naar toe nemen." 
Ik kijk naar de kassamevrouw. Ze schudt haar hoofd, kauwt haar kauwgom en dirigeert mijn boodschapjes over haar lopende band. Natuurlijk is ze dik en lelijk en akelig. En ze heeft vieze oogschaduw. En waarschijnlijk zelf geen kinderen, anders zou ze dat niet zeggen. Of juist wel maar die kinderen hebben haar verlaten om er met een man met getatoeëerde spin in de nek vandoor te gaan. Haar helemaal alleen achter gelaten terwijl ze zo haar best probeerde te doen en elke avond verse groenten voor hen kookte. Bloemkool vooral. Daarom is ze nu zo vreselijk teleurgesteld en ik confronteer haar onverhoeds met één van de genoegens in het leven met kinderen en daarom is ze kwaad, op mij, op mijn kind, op de hele wereld. Want zij heeft dat niet, zo'n blérend blaag.
Ik begrijp haar boosheid maar hoef dit niet te accepteren.
Adem in en adem uit.
Net zoals mijn dochter die nu op volle sterkte ligt.

"Het zou mooi zijn als je dat voortaan thuis liet," hoekt ze nukkig door, mompelend achter haar soort snor, "als ze zich niet kunnen gedragen..."
Achter mij wordt een beetje gesnoven. Het klinkt als een halve lach. Mijn mooie dingetje is wat stiller geworden. Ik zie dat ze een batterijverpakking extra large probeert op te eten. Mijn dingetje, niet de kassamevrouw.

Hoe ziet haar wereld eruit, vanachter die kassa met die scanner op een te krap krukje in een nylon, zweterig jasschort dat een volstrekt verkeerde kleur heeft? Daar moet je haast wel ongelukkig van worden...Zou iemand al iets vriendelijks tegen haar gezegd hebben?
Ik schuif naar voren, enigszins kwijlerig kind vooruit duwend tot ik recht tegenover haar sta. 
Ik weet al precies wat ik wil zeggen. Ik ga mij inleven en aansluiting vinden. Ik ga de kassamevrouw de mond snoeren zoals haar nog nooit de mond is gesnoerd. Niet met een grote bek of vanuit hoogdravende verontwaardiging, maar vanuit vriendelijkheid. Ik ga haar het goede voorbeeld geven. Ik ga tegen haar zeggen...ik zeg tegen haar...ik vráág haar ferm maar heel vriendelijk, of ze een fijne dag heeft? Wat het leukste is dat ze vandaag gedaan heeft? Doe het onverwachte, doorbreek gedragspatronen en reageer paradoxaal. Keer de andere wang toe, laat je humeur niet bederven; agressie en boosheid werken als een kettingreactie. Ik heb de keuze om dat te stoppen. Hier en nu. Wat zij mijn Yogameester ook weer? Ohja: je bént je gedachten niet, je bent je boosheid niet. Mooi.

Dan zegt ze, de laatste toets op de kassa inhamerend: "Een beetje aanpakken is er natuurlijk niet bij..."
Mijn dochter hangt nu schuin  over haar buggy heen en doet iets intensiefs met de plastic tasjes die op kindvriendelijke ooghoogte hangen. Het staat haar beeldig, zo'n tas over haar hoofd.
Ik pluk het plastic van haar bolletje, sjees mijn pas door het apparaat en zeg, geheel vanuit vriendelijkheid, zo maar totaal onverwachts een vreselijk lelijk woord wat op een bepaald deel van haar lichaam slaat en waarschijnlijk een nog te vriendelijke omschrijving is. En daarna, met brede glimlach: "Goedemiddag!"

Pleur de boodschappen op het kind en ren de winkel uit om snel Pokémon deel 6 waarin Pikachu de trainer traint in wijze levenslessen te gaan bekijken.....


                                       Posted 6th July 2011 by K. Rehorst