28. mei, 2013

Passend rekenen

Rekenen kan ik niet.

Ik kan het wel maar ik krijg er hoofdpijn van zodra het boven het niveau van een aardbei uitkomt. Simpel kassawerk? Geen probleem. Procenten doe ik met de rekenmachine en sommige trucjes heb ik pas sinds kort geleerd. Maar bij alles met staartdelingen, breuken en meer dan drie cijfers voor of achter een komma ga ik automatisch op “Ctrl-Alt-Del”, “fatal error” en “complete system failure”.

Ik ben slecht in het onthouden van feiten en data op basis van getallen, grafieken en ingewikkelde financiële bijsluiters. Misschien interesseert het mij niet omdat ik het niet kan. Kan ik het niet omdat het mij niet interesseert of… is het mij eenvoudigweg nooit uitgelegd op een manier die ik wel had kunnen begrijpen?

Een bevriend psycholoog spreekt van een ‘mentale blokkade’ door traumatische ervaringen. Ik was het enige meisje dat standaard vanaf klas vier elk weekend de oranje rekentaken mee naar huis moest nemen om deze maandag, ten overstaan van de hele klas, aan de meester te overhandigen. Ik herinner mij nog de zwaarte van die afschuwelijke, ongevraagde en tot mislukken gedoemde queeste naar de juiste oplossing van de opgaven op mijn schouders. Elke maandag weer. Daar stond ik, met dichtgeslagen brein, opgekropte emotie in mijn keel en dikke klonten onverwerkte sommen in mijn maag af te wachten hoe hoog mijn onvoldoende dit keer was en hoe diep de teleurstelling.

Ik besloot dat ik nooit in het openbaar zou gaan huilen. Dus deed ik dat ook niet.
Ik veinsde onverschilligheid en zette stoïcijns mijn wekelijkse gang naar het gevoelsmatige schavot voort. Een kind went aan alles.

De onderbouw van de middelbare school kenmerkte zich door slepende bijlessen bij naar mottenballen en kamfer ruikende gepensioneerde en geduldige (ex) wiskunde juffen. In de achterafkamertjes openbaarde de som zich soms eventjes en meende ik een glimp van het begrip te zien. Maar net op het moment dat ik dacht het te bevatten en mijn hersenen zich krampachtig uitstrekten naar dat flonkerende begrip, ontglipte de formule mijn hoofd.
Mijn verstand bleek net te kort en ik bleef versuft in onbegrijpelijke duisternis achter.

Trauma? Vast. Ontzettend rekendom? Misschien. Dramatisch? Waarschijnlijk. Frustrerend? Zeker.
Zo snel als het systeem mij toeliet maakte ik mij opgelucht los van de gevangenis van het ruitjespapier en stortte ik mij in de koele en verfrissende vrijheid van alles wat overbleef.

De talen, het schrijven, lezen, literatuur, geschiedenis, aardrijkskunde, drama, maatschappijleer en de leerlingenraad. Als een komeet schoot ik door de stof en verslond ik de lessen als ware ik ter nauwer nood ontsnapt aan een intellectuele hongerdood. Bevrijd van de zware ballast van het rekenen kon ik eindelijk groeien en kwam ik verder. Het voelde licht en fijn. Ik had daarna een goede middelbare schooltijd.

Ik heb er geen last meer van. Mijn voorkeuren lagen elders. In het sociale domein. Voor wat ik ben gaan doen waren toch iets andere vaardigheden nodig dan het zo snel mogelijk kunnen uitrekenen van een onwaarschijnlijke breuk. Rekenen is belangrijk, ongetwijfeld. Maar je kunt op andere manieren slim omgaan met een mogelijk gebrek. Van rekenmachine tot welwillend vriendje en handig internet of gewoon het aanschaffen van een fijne belastingmeneer, als je je dat kunt veroorloven.

Er zit nog wel een pulkje twijfel overigens. Een klein ribbeltje litteken dat mij doet denken aan die peilloze diepten en verzwaarde momenten op het linoleum voor de klas. Het moment waarop de rode pen van de meester mijn schrift raakte en kraste, kraste en kraste…

Wat als…
Wat als hij mij die sommen nou eens had uitgelegd op een manier die ik wel had kunnen begrijpen?
Wat als iemand toen de moeite had genomen om naar mijn leer- en denkstijl te kijken?
Wat als passend rekenonderwijs toen al had bestaan?

25. jan, 2013

50 tinten 40: Vlezige Veertig (deel 2)

"De vooruitzichten lijken somber; het vlees zal steeds meer terrein winnen en laat zich steeds minder makkelijk wegmoffelen, inpakken en straktrekken. Anderzijds; we zijn niet voor niets veertig geworden om te snappen dat er wel leukere, betere en vooral nuttiger zaken in het leven zijn om ons mee bezig te houden dan die eeuwige strijd tegen dat lijf.
En dat is dan weer de grote winst van veertig..."

Jaja...we zijn (bijna) veertig of zojuist geweest. We hebben de eerste grijze haar gespot, gemerkt dat we onze ogen samenknijpen bij het lezen of ver weg zien en stiekem meer slaap nodig hebben dan we eigenlijk willen toegeven. Om half tien naar bed is natuurlijk écht tuttig! Maar ja, dat zijn de rectificatiehemdjes en bijwerkonderbroeken van de Hema ook maar die hebben we evengoed nodig. Dus we weten het maar zeggen gewoon niks.


Niettemin wordt alles, ineens, min of meer onverwacht, langzaam aan slapper, krachtelozer, weker, nuttelozer, leger, stijver, strammer, donkerder, gevlekter, grijzer en grauwer. Het lijf reutelt gestaag door de aftakeling heen ook al probeert het hoofd en de commercie dat nog een tijd lang tegen te gaan. Gelukkig is het nog niet zo erg als wanneer je vijftig bent, bijvoorbeeld. Bij vijftig valt er gewoon níets meer aan te doen. Heb je een hangkin? Dan blijft dat zo. Met veertig echter, hebben we nog een kans om de aanslag van de voorgaande jaren af te remmen en zelfs te stoppen. 


Het lijf wordt ineens een soort van obsessie. Met twintig was het belangrijk omdat we seks moesten hebben; strak en gespierd en glad en bruin en net zoals in de film. Met dertig hoef je er nauwelijks mee bezig te zijn (met je lijf, bedoel ik, niet perse met seks) en lijkt het onderdeel uit te maken van het dagelijks leven; je werkt, je gaat samen wonen, je reist, je sport, je gaat weer eens uit elkaar want hij/zij was het toch niet, soms is er ineens een kind of een spurt in je carrière en oesters van Nam Kee.
Met dertig ben je erg bezig met van alles behalve met je zorgen maken over het nauwelijks waarneembare losse flapje onder je kin. Je huid is nog glad en je bent na een ochtendje slaap hersteld van je kater. Weet jij veel!
Inderdaad; dán weet je het nog niet maar tegen de tijd dat je de negenendertig begint te naderen, gebeurt het.

Het flapje wordt langer. En losser. Net zoals je vet. Verbaasd kijk je naar je buik; "Hallo rol nummer drie...zat je daar altijd al?" Drie dagen effe druk zijn en niet eten helpt niet meer om de zakken chips kwijt te raken die zich als onzichtbare kinderen krampachtig aan je dijen vastklemmen. Had je eerder zo'n mooi bruin en glad décolleteetje; het lijkt nu verdorie wel de bodem van een aangebrande grillpan; de groeven en kloven springen tevoorschijn waar je bij staat. Aan de slag dus, met dat lijf. Want als je dat flapje nu niet aanpakt, dan is het met je vijftigste een kalkoenennek waarvan de lellen en vellen je bijkans om de oren wapperen.


En dus storten we ons massaal op sport, beweging, yoga, energie-goeroe's en strak-strek-programma's van Linda. Kijk ons eens gaan! Wij zijn écht Bewuste Sporters. Omdat we na al die jaren schandelijke verwaarlozing nu door de zichtbare schade wijs zijn geworden; sporten is niet per definitie gezond -sterker nog; meestal word je er krakkemikkiger van- maar het moet ervoor zorgen dat ons lijf enigszins binnen de grenzen en perken blijft en past bij onze sociaal-maatschappelijke-status; een frisse veertiger met ervaring en jeugdig élan.
Het grote, grote verschil is gewoon dat we het écht nódig hebben. Met dertig sport je om gezien te worden in je kekke, strakke hardlooprokje en misschien dat je die sportbegeleider nog een beetje wild krijgt wat in meerdere opzichten leuk en goed voor je kan zijn.
Met veertig echter zal dat je een worst zijn; hoe trek ik die kilo's recht en wat doe ik tegen dat wapperende vel? "Aan de kant, sportbegeleider! Je loopt in de weg!" Niemand is zo fanatiek als een zojuist bewust bekeerde veertiger.


Dus we zwoegen, zweten en sjouwen onszelf vastberaden voorwaarts in de nimmer afnemende strijd tegen de opkomende putten, deuken, slapte, vettigheden en uitzakkingen. En als we thuiskomen, moe, nauwelijks voldaan maar wel enigszins opgelucht dat we het weer overleefd hebben, trakteren we onszelf op een heerlijk, verrukkelijk flesje van het één of ander en een exquise hapje zus of zo. Dat hebben we verdorie wel verdiend! 


Vorige week ofzo kwam ik onverwacht langs bij een vriendin. Ze stond in shock en vertwijfeling voor haar kledingkast; sectie ondergoed. Voorzichtig naderde ik haar en zag ik wat er was gebeurt.
Het Besef had toegeslagen. Het sluipende, stiekeme, op groeiend inzicht voortschrijdende besef van Veertig. Ineens word je ermee geconfronteerd en het gekke is dat je het eigenlijk al wel hebt zien aankomen maar jezelf liever nog wat langer in gelukzalige en bewuste onwetendheid hebt willen houden.


Mijn vriendin was de boel aan het opruimen geweest en er genadeloos achter gekomen dat ze van string en hipster naar slip en boxer was verhuisd. En van push-up naar padded en altijd met beugels. En ook nog eens van woest gekleurd, gekant en met linten naar meer neutrale en kalme egale kleuren. Hier en daar had ze ook een fijne 'oma-onderbroek' -die zo lekker zit onder je skinny jeans en ervoor zorgt dat vetrol nummer drie netjes tegen je heup aan blijft zitten in plaats van over je broekband heen-. 


"Slip!" fluisterde ze met het gezicht alsof ze zojuist een ongelofelijk slijmerige, halfdode slak met pukkels in haar tapas had gevonden, "Slíp....."


In gepaste stilte togen wij naar beneden alwaar wij wederom een lekker flesje van het één of ander moesten opentrekken om dit nu eens kalm en rustig te overpeinzen en te verwerken. Precies zoals veertigers dat kunnen doen in momenten van opperste verwarring en dreigende hysterie...


(Wordt vervolgd)

7. jan, 2013

50 tinten 40: Vage Veertig... (deel 1)

Daar komt de volgende uitnodiging! 
Eind januari ben ik een heel weekend bezig de veertigste verjaardagen van vriendinnen te vieren. Er zijn er al een paar voorgegaan maar dat was -anderhalf en twee of drie jaar geleden- nog een ver van mijn 37e bed show. 

De uitnodigingen zijn nogal grillig. Er zijn er bij die het kennelijk vreselijk vinden dat ze veertig worden, of dat hun partners het kennelijk vreselijk voor hun vinden of dat ze juist heel hysterisch het leven plotsklaps gaan omarmen, hun rimpels koesteren en hun uitgezakte dijtjes laten verbronzen. Alsof ze zich voorbereiden op het naderende biologische Armageddon. Er lijkt een einde te naderen of tenminste een begin daarvan maar feesten gaan we, hoe dan ook.

Veertig doet iets met je. Meer dan toen we 25 werden of 30 -toch ook een mijlpaal- of 36 -óver de helft!- Veertig is écht GROOT, kennelijk.  Het is de tijd van vage veertig; een soort van puberteit voor gevorderden.
Je hebt de jeugd al lang en ver achter je gelaten maar de rollator is nog een onbekende, schimmige veronderstelling aan de glanzende horizon van je leven.

Je zóu nog een baby kunnen wensen maar je mag misschien ook al wel lekker een avondje weg omdat je kinderen inmiddels groot genoeg zijn om alleen thuis te blijven. Je kunt nog een carrière-switch maken want je kennis en ervaring wegen nog net iets meer dan je leeftijd. Het is nog vroeg genoeg om een opleiding te gaan volgen, voor jezelf te gaan beginnen of te besluiten dat je alleen nog maar de dingen doet waar jij blij van wordt maar je weet al te veel om dan tenminste niet meteen de juiste keuze te maken. Je reist om het reizen, eet om het eten en vrijt om het vrijen; vluchten hoeft niet meer. Er kan gescheiden worden en ook nog getrouwd of een nieuwe relatie worden aangegaan maar je zal nooit meer zo naïef zijn zoals toen en je maakt dit keer de romantiek lekker zelf.

Je mag ook nog best gaan stappen en je kunt nog best een keer dronken worden maar je zult nooit meer wakker worden op een onbekende plaats naast een onbekende persoon in een ondubbelzinnige toestand. 
Je maakt nog steeds lekker ruzie maar niet meer over belangrijke dingen. Je kunt verleiden door te verhullen en spreken door te zwijgen. Je bent niet meer de jongste bij Bruce Springsteen maar ook zeker niet de oudste. Je mag een bril maar alleen voor ver weg of om te lezen; je bent de jongste van morgen maar de oudste van gisteren.

Vage veertig, waar meisjes nou eindelijk eens echt vrouwen móeten worden. Al was het maar omdat dat achttienjarige snotblaag van drie huizen verderop steevast "Mevrouw" blijft zeggen en weigert tot tutoyeren over te gaan. In zijn ogen lees ik onverbloemde angst en ontzag voor mijn doorleefde voorkomen en hij weigert de brug der generaties daardoor over te steken ook al roep ik hem bemoedigend toe; "Serieus, gast! BFF!"
Vage veertig. Het moment waarop je nagefloten wordt en dan tegen de verwarde twintigjarige eager-beaver naast je kunt zeggen; "Jaahaa! En dit heeft óók nog twee acht ponders meegedragen!"
Vage veertig. Die keer dat je tot aan je strot in de zenuwen zat in afwachting van dat sollicitatiegesprek en in de wc ineens ziet wie je werkelijk bent; ik! Het moment waarop je beseft dat je je niet gróter of beter meer hoeft voor te doen omdat je eigenlijk al groot en goed genoeg bènt.
Vage veertig. Waar we weten hoe belangrijk een goede kus is en we "vijftig tinten grijs" niet nodig hebben om tot inspiratie te komen. Deze geven we met een gemeende glimlach cadeau aan ons vijfentwintig jarige buurmeisje"Veel plezier ermee, meid, en als je vragen hebt, dan hoor ik het wel." Of aan onze moeders want die komen van een heel andere generatie; "Hier mam. En voorzichtig, hè?!"
Vage, heerlijke veertig waarin we eindelijk snappen dat we niet alles kunnen weten en weten dat we niet alles wíllen snappen, waar het verleden nog dichtbij is en de toekomst nog eindeloos ver. 

Toch maakt mijn vriendin zich grote zorgen. Ze wil geen kinderen meer, haar carrière gaat als een speer, haar lijf is nog in vorm en ze heeft een man die de grond kust waarop ze loopt. En toch hangt de ellende van het naderende onheil als zichtbare gewichten aan haar schouders.
Ze wil haar verjaardag eigenlijk niet vieren maar zal ongetwijfeld woest worden als daar niks aan gedaan wordt. Dus toch maar een feest, een groot feest dan ook maar meteen. Want áls we gaan, dan gaan we gewoon góed.
Haar man organiseert het. Daarvoor moet hij duidelijke opdrachten aan haar geven anders gaat ze zich er toch weer mee bemoeien. Ondertussen roept ze dat ze per sé 39 wil blijven en ook geen cadeautjes weet en zéker geen antirimpelcrème wil krijgen.
"Ach ja," zegt hij oeverloos rustig ten midden van haar tumult, "Ze heeft het kennelijk nodig."
Waarna hij zich ietwat voorover buigt en zachtjes fluistert; "Of zou het de overgang zijn?"
Wij zwijgen wijselijk en schenken maar vast een wijntje in.
Veertig...hmmmmmm....

                                                 (wordt vervolgd)


                                             posted 7 januari 2012

17. jul, 2012

Januari...

Ik heb een hekel aan januari. Ik zeg het maar meteen, dan is het er tenminste uit. Ik vind januari wat ik vroeger, nog op school, de 'maandag' vond. Zo'n dag waarop je wéér moet beginnen en altijd wéér moest wennen aan vroeg op. Het leek ook altijd te regenen, op maandag. En ik was ook altijd ongesteld en met pukkels en vet haar op maandag. En altijd had ik het eerste uur wiskunde van zo'n ouwe, verzuurde tang die niet tegen een grapje kon.

Zelfs nadat ik het hele helse vak zo snel mogelijk had laten vallen, had ik tóch altijd op maandag wiskunde. Of gymnastiek! Nog zo'n gruwel. Ik voel nog de ijselijke kou van die immer vochtige en naar schimmel ruikende kleedkamer, met lekkende douches en met mos ingegroeide verlaten en vergeten gymschoenen ergens onder de houten, splinterige bank. Vreselijke maandagen! Vreselijke januari!  En maar over die plakkerige bok heen, piepende rondjes langs de gele lijn en aan de ringen slingeren totdat je bijkans uit je oksels scheurde...afgrijselijke toestanden!

Gelukkig hoef ik mij niet meer ongelukkig te voelen over januari. Ook al regent het steeds en lijkt mijn haar een beetje op een dooie kat als ik maar even, 5 minuten buiten, ben geweest. En ook al ga ik zweten van mijn winterjas en klappertanden van mijn 'in-between-seasons-jasje' en weet ik niet wanneer ik nu wel mijn muts moet opzetten of tóch de paraplu mee moet nemen. Ook al moeten we kokhalzend boven de bloemkool afkicken van alle truffels, kalkoen en cranberriepaté die we de afgelopen weken naar binnen hebben zitten werken. Ook al ziet de kamer er ineens weer ellendig koud en kaal uit zonder hulst, takkenbos en slingers licht die de aanslag op de ramen aan de buitenkant zo mooi verdoezelden.Ook al lijkt de thee na alle port, bubbels en lekkere rode wijn een beetje saai, om twaalf uur 's middags. Ook al ga ik straks weer uren in de regenachtige file staan, luisteren naar nieuws dat geen nieuws meer is maar waarin ook nog niets nieuws is gebeurd. Het lijkt wel een vacuüm, het uitbuiken van het jaar ervoor en even pauzeren voordat er weer van alles kan gaan gebeuren in dit volgende jaar.
Er is nog geen nieuwe collectie maar de uitverkoop is voorbij.  De Tweede Kamer is terug van haar kerstreces maar de kranten hebben nog niets te melden. Het gaat nog steeds niet goed met de economie maar je hoort er niemand van belang over. De top 2000 is alweer geweest maar er is nog niets nieuws gelanceerd. Er zijn nog honderden problemen en zorgen waarmee we het oude jaar verlaten hebben maar ze lijken ineens een beetje verder weg of minder erg.
Januari haalt diep adem en houdt het vervolgens langdurig in. Niks gedaan, zo'n half dooie maand, zo'n maand van net helemaal niks en een heleboel beetje van alles zonder dat het wat lijkt.

Maar ik heb er iets op gevonden. Het is prachtig zoals de "natuur" werkt; overal is een antwoord op, een oplossing voor, een mogelijkheid toe. Soms hoef je alleen maar te wachten en dan komt het vanzelf.
Januari lijkt zichzelf gewoon te 'evolueren' tot Borrelmaand. Dat komt door de "Nieuwjaarsborrels". Daar zijn er ineens heel veel van. En moest dat in voorgaande decennia altijd tot aan het eerste weekend van de eerste week, nu mag het allemaal doorlopen tot aan wel 16 januari! We hebben de feestelijke borrel van het kinderdagverblijf waarop we allemaal zelf gemaakte zalmrollen en knakworsten in bladerdeeg meenemen, we hebben de ideologische borrel van de wijkvereneging waarin we liefdevol de oude bollen opbakken en allemaal een kratje bier delen, we hebben de vriendenborrel en de werkborrel. Bij de ene betaal je zelf een beetje mee, bij de ander krijg je dezelfde amuses als op de kerstborrel maar dan zonder hulstblaadje. We hebben de openingsborrel met toespraakje en biermenu en de kickoffborrel met bubbels en een verlaat glittertje.
Het zijn kleine staartjes en verlengstukjes van december maar dan zonder losse naalden en oeverloze diners met te veel kaarslicht, eten en drank. Net ietsjes minder maar nog leuk genoeg om mijn kerstoutfitje nog zeker drie keer aan te kunnen trekken en dan zonder de moordend knellende hakken die erbij hoorden. Feestelijk op je sloffen, dat is pas lekker relaxt uitbuiken.
En ze beginnen allemaal rond een uur of drie en lopen lekker door tot zes. Dus hebben we een excuus om toch nog maar weer een wijntje te nemen, te wachten met het diëten en snel nog wat carpaccio gerouleerd in kippenborstbouillon naar binnen te slaan; altijd beter dan de diepvriesbonen.

En net op het moment dat ik het echt zat begin te worden en snak naar filerijden, opgewarmd lauw nieuws en een bruine boterham met gewone kaas, is het ineens voorbij. Zes borrels later en hups: midden in de maand, zonder dat je het door had. Zomaar voorbij, de maand Januari.
Dan is het nog maar een weekje of twee en kunnen we al uitkijken naar de allereerste krokussen of de strakblauwe winterhemels boven eindeloos witte bergen op de kaartjes van wintersportende vrienden of zeggen we gewoon: "Zo. De kop is er af. Het jaar kan weer echt gaan beginnen."

Hèhè, dat werd tijd.


                                          Posted 9th January by K. Rehorst
17. jul, 2012

Twitter my #Face and Booklink me @away!

"Whooeeii!! Al 97 volgers! Nog drie te gaan! Zou ik dit jaar de honderd nog halen?" 
"#pijninmijnkop@Utterloo.nl Heb nog steeds pijn...dan toch maar aspirientje nemen...14.31"
"funkygranny@een logé en een vis blijven drie dagen fris"
"Piet stuurt je een uitnodiging om lid te worden van de kerstboomagenda ftm 12.9, please reply"

Want, lieve mensen, uiteindelijk blijken we nu dan toch allemaal sekteleiders te zijn van onze eigen, hoogst persoonlijke religie. Met de regelmaat van de klok, de dag, de maand of de minuut slingeren we vrolijk onze diepste gedachten, uiterste wijsheden en selectieve verontwaardigingen rücksichtlos de digitale ruimte in. Hopend dat de weerklank van de boodschap in no-time het aantal volgers mag verdubbelen.
We komen er ook niet onderuit.
Je hebt tegenwoordig geen enkel excuus meer om níet mee te doen. Ten eerste is alles voorradig en voorhanden en ten tweede kun je ook alles leren. Weet je niet wat je moet roepen? Volg een cursus; "Tweetgebruik voor display-angstigen; hoe wij u in drie simpele stappen laten zien wat u wél wilt twitteren".
Weet je niet hoe je laptop werkt? Koop een I-Phone...of iets dat erop lijkt en download effe 'n appje "handig installeren van je fulltime tweetersense" Kun je niet kiezen tussen Iface, Booklink, MyTweet of hang je nog (sóó 2008!) in Hyves; no problemo. Je kunt alles aan elkaar en met elkaar linken en verbinden en in je voorhoofd pluggen en dan ben je de hele dag #online en in touch met your 24.5667,9 best friends; global!

Ik vind het te gek gaaf.
Sta je op een feestje een leuk gesprek te voeren, moet er ineens even "geëxcuseerd" worden.
"Hier," zegt mn gesprekspartner, en douwt zn glas wijn in mijn hand, "hou effe vast, komt net een akelig belangrijke tweet over Melanie Schultz binnen...oh, en ik zie dat Johan net smst...momentje"
Het gaat met de snelheid van het licht over de digitale snelwegen. Daar is nooit file, geen luchtvervuiling en niemand heeft last van het lawaai. Daar kan ze nog eens een puntje aan zuigen met haar beroerde 130 km per uur. Bovendien...snelwegen zoals wij die tot nu toe kennen in onze hard-reality zijn straks sóó 2011!
Want wij gaan beginnen met Het Nieuwe Werken. Vanuit huis, in het park of in het #Shared-Work-Space-Building loggen we in, zetten de webcam aan en verbinden ons heel soepeltjes met de rest van de wereld. We hoeven helemaal niet meer in de auto, we hoeven niet meer naar de stad of naar een kroeg, geen boodschappen meer te doen; we doen aan online clubbin, bestellen middels de Appie-app onze boerenkool en houden callmeetings met de klanten aan de andere kant van de wereld.
En wat we nog niet hebben, printen we gewoon uit op de 3D printer; kan de postbode ook thuis blijven.
Over vijf jaar beseffen we eindelijk ook dat onderwijs gericht moet zijn op de individuele behoefte van het kind en krijgen ze les via het whitescreen in de minor-conference-room @home. Als je zo lesgeeft, is het inloggen op je mainstream van veertig leerlingen uit verschillende delen van .NL geen enkel probleem.

Het gaat komen. Ik weet het zeker.
Het is ook niet voor niets dat steeds meer organisaties (met doelgroep: jongeren) overschakelen op digitaal begeleiden, coachen en ondersteunen. Standaard smssen "Waar blijf je? Je bent 10 min te laat" worden gekoppeld aan het cliëntvolgsysteem en de agenda van outlook. Dat is pas smartphone!
Je kunt er zelfs gedragsprofielen inhangen zodat je precies weet naar welke gast je wat moet twitteren, smssen of facebooken en wanneer.
Ping! rond koffietijd.
"Oh, wacht effe, mijn coach is online...of ik al geblowd heb vandaag..."
Of:
tweet-tweet rond lunchtijd.
"Chantal, alles goed? Je wordt erg gemist door je vrienden van het #opvanghuis@downtown//retweet asap."
En de straathoekwerker is straks een fossiel en totally obsolete want de gemiddelde hangjongere zwerft vrolijk over zijn aai-pad voor een meet and greet op één of ander virtueel veld op het zoveelste level in de zoveelste realiteit. Zit 'ie ondertussen mooi thuis bij z'n moeder op de bank.

Buiten wordt het heerlijk rustig.
De vogels fluiten er lustig op los en de niet uitgestorven Leeuwerik laat zich dartelend achterna zitten door een Kopgans die nog niet afgeschoten is. Ze drentelen over de A30 en nemen de ring bij Utrecht in beslag. In de berm gaan boterbloemen groeien en zorgen de bijen voor de juiste bestuiving; gebruik makend van een liefelijk windje in plaats van uit elkaar getrokken te worden door de slipstream van een 130 rijdende malloot.
Het leven is mooi!

Op de begrafenis van Jan hangt de pastoor zijn soutane en de webcam recht en schraapt zijn keel. Er is niemand aanwezig en je zou denken dat dit wel een triest einde moet zijn. Maar Jan is allesbehalve alleen. In en op de kist zijn nanocamera's aangebracht en zijn 24.5667,9 beste vrienden die online meekijken vanuit alle hoeken van de wereld begeleiden hem tot aan het uiterste einde. Later vandaag zal er een inmemoriamtweet worden rondgetwitterd, daarvoor is op een Linked-In een berichtje geplaatst.
Er hipt een konijn over het gras en in de verte loeit een koe. Het is nog nooit zo vredig geweest....
#(-;@peacefulmind.nl
De Top Tien JongerenTrends 2012
 



                                    Posted 14th December 2011 by K. Rehorst